Ronald Stegers, Energy Manager, DAF Trucks NV
Rutger Kerstiens, Manager Public Relations and Social Media, DAF Trucks NV
Zoals alle grote bedrijven is DAF erg afhankelijk van de beschikbaarheid en kwaliteit van stroom. Verschillende interne en externe factoren hebben daar invloed op…
Slim omgaan met interne factoren
Op onze locaties in Eindhoven en Westerlo hebben we een sterk eigen net. Dat brengt enorme voordelen met zich mee en maakt ons minder afhankelijk van externe leveranciers van stroom. We doen uiteraard van alles om dat net krachtig te houden. Zo stellen we erg hoge eisen aan de machines die we kopen. Apparatuur moet bestand zijn tegen behoorlijke verstoringen. Maar als je meerdere correct gespecifieerde machines tegelijk aansluit binnen een elektrische installatie met voldoende capaciteit, kun je alsnog voor verrassingen komen te staan. Als er iets gebeurt dat we niet direct kunnen verklaren hebben per direct specialisten nodig, en daar zijn er maar heel weinig van.
Opletten met blindvermogen is ook essentieel. Netbeheerders belasten deze door wanneer de Cosinus Phi waarde lager is dan 0,85. Wij zitten daar gelukkig altijd wel boven. Dat vraagt echter wel om doorlopende aandacht en proactief handelen. We zijn ook al heel lang bezig met het besparen van energie. Dankzij aanpassingen aan onze verlichting hebben we bijvoorbeeld heel veel vermogen vrij kunnen maken, dat we kunnen inzetten voor productiemachines. We hebben het verbruik op de verlichting weten te halveren, en dat zie je direct terug in de totale beschikbare capaciteit.
Doorlopend monitoren is ook essentieel. Het grote voordeel zit ‘m in het feit dat je veel historische en actuele data hebt waarmee een specialist aan de slag kan, om snel met analyses en aanbevelingen te komen. Adviezen hoeven niet eens direct betrekking op een actueel probleem te hebben – aan de hand van analyses kunnen er bijvoorbeeld verrassende inzichten over energiebesparing en optimalisatie van processen ontstaan. Ook weet je altijd hoeveel capaciteit er op elk moment, op elke locatie beschikbaar is, en welke belastingsniveaus veilig zijn. HyTEPS heeft ons van een flink aantal meters voorzien, en komt waar nodig met oplossingen en suggesties.
Slim omgaan met externe factoren
Je kunt dus zelf veel doen om de energievoorziening en -kwaliteit op peil te houden. Maar je ontkomt uiteraard niet aan invloeden van buitenaf. Zo willen we bij DAF graag de capaciteit van ons inkoopstation verhogen, maar staan we al enige tijd op een wachtlijst. Eerst moet een aantal koppelstations worden uitgebreid, en dat zal pas in 2026 gebeurd zijn. De uiteindelijke oplevering zal daarna nog steeds een jaar of anderhalf in beslag kunnen nemen.
De verdeling van de capaciteit zou wel anders kunnen worden vormgegeven, waarbij bijvoorbeeld goed wordt gekeken naar het opvangen van piekmomenten in de vraag. Overheden zouden nauwgezet moeten nagaan wat er lokaal allemaal mogelijk is. Door samen te werken met netbeheerders, die beschikken over verbruiksdata van alle aangesloten partijen, kan exact worden vastgesteld waar nog ruimte is. Die capaciteit kan vervolgens zo efficiënt mogelijk worden ingezet. Dit is echter maar een tijdelijke oplossing – uiteindelijk zal het net toch echt verzwaard moeten worden. De processen die daaraan ten grondslag verlopen langzaam, en ook daar zou de wetgeving aangepast kunnen worden. Bedrijven en brancheorganisaties hebben op dat vlak nog volop lobbywerk te verrichten. De eerste positieve berichten daarover komen gelukkig binnen. De Brainportregio Eindhoven krijgt prioriteit bij de aanpak van de stroomcrisis, dat geeft hoop voor de nabije toekomst.
Elektrificatie van verkeer
Wij waren in 2018 de eerste Europese truckfabrikant die een volledig elektrische vrachtwagen op de markt bracht. Inmiddels bieden we een volledige serie EV-trucks aan: van 12 tons voertuigen voor in de stad tot trekkers voor de lange afstand waarmee je op dagbasis tot wel 1.000 kilometer ver kunt rijden. DAF is bovendien actief bezig met de ontwikkeling van trucks op waterstof en werken aan zowel trucks die gebruik maken van een waterstof-brandstofcel als trucks met een waterstofverbrandingsmotor. (Zie kader).
Steeds meer steden werkte toe naar ‘zero emission’ zones om de lokale luchtkwaliteit te verbeteren. Elektrificatie van het verkeer kan daar een belangrijke rol in spelen – mits er voldoende oplaadinfrastructuur beschikbaar is zijn. De koepelorganisatie van alle in Europa producerende automobiel- en truckfabrikanten probeert zowel Brussel, als nationale en lokale overheden in beweging te krijgen om de netcongestie aan te pakken. Anders kunnen elektrische voertuigen – of het nu auto’s zijn of trucks – nergens worden opgeladen en komt het transport letterlijk tot stilstand.
Techniek is de toekomst
Ook wij zien een enorm tekort aan technisch personeel. Omdat de instroom in het verleden terugliep, zijn de opleidingen afgeschaald. Om mensen aan te trekken moet je als werkgever een duidelijk positionering hebben: ze moeten echt trots zijn om voor je bedrijf te werken. De overheid en het bedrijfsleven moeten studenten meegeven dat techniek de toekomst is. Er is zeker ook baangarantie omdat die energietransitie niet ineens stopt. Er zijn ook volop doorgroeimogelijkheden We blijven elektrotechnici nodig hebben, die zich steeds weer in nieuwe materie zullen moeten verdiepen. Elektrotechnici moeten niet alleen de fabrieken draaiend houden, maar zich ook blijven buigen over de kwaliteit van de spanning en stroom in steeds complexere omgevingen.
De energietransitie is volop in gang, maar we zijn er nog lang niet. Alle partijen zullen nauw moeten samenwerken om tot duurzame oplossingen te komen – maar we zijn optimistisch!
Twee soorten waterstofaandrijvingssystemen voor voertuigen
Brandstofcel Elektrische Voertuigen (Fuel Cell Electric Vehicles, FCEV’s) gebruiken waterstofbrandstofcellen om elektriciteit te produceren die een motor aandrijft. Waterstof wordt in een fuel cell samengebracht met zuurstof. De chemische reactie zorgt voor de productie van elektriciteit, water en warmte. Omdat het energie-opwekkend vermogen van een Fuel Cell beperkt is, maakt een FCEV gebruik van een batterijpakket als back-up, dat aangesproken wordt om bijvoorbeeld snelheid te kunnen maken of bij het rijden op hellingen. FCEV’s zijn emissievrij aan het voertuigpunt, met als enige uitstoot waterdamp. Waterstof tanken gaat relatief snel. De techniek is echter erg complex, kostbaar, vraagt veel energie (voor het aanzuigen van lucht en de koeling) en neemt veel ruimte in.
Waterstof Verbrandingsmotoren gebruiken waterstof als brandstof. In tegenstelling tot brandstofcellen, injecteren deze motoren schone waterstof in hun cilinders zoals traditionele motoren bijvoorbeeld diesel. De waterstofverbrandingsmotor is vooralsnog iets minder efficiënt dan een brandstofcel, maar wel veel goedkoper in Europa te produceren en bewezen robuust. De uitstoot is – naast waterdamp – zo verwaarloosbaar dat de Nederlandse overheid trucks met een waterstofverbrandingsmotor ziet als ‘zero emission’ voertuigen.