Datacenters, energie-efficiënte en het belang van samenwerking

Stijn Grove, Directeur Dutch Data Center Association

De vraag naar datacenter-diensten is groter dan ooit, door digitalisering en daarmee gepaard gaande automatisering en ontwikkelingen op het gebied van AI. Er komen steeds meer datacenters, en deze worden steeds groter. Primaire en secundaire processen zoals koeling vragen fors meer stroom. AI-chipsets gebruiken ook nog eens meer energie dan ‘traditionele’ chipsets. Dat brengt een aantal uitdagingen met zich mee.

Als je tien jaar geleden een aansluiting op het energienetwerk aanvroeg, was dat geen probleem. Inmiddels is de situatie volkomen anders. Ik denk dat we naar een geïntegreerde aanpak moeten gaan om netcongestie op te lossen. De datacenter-sector kan zelf goede oplossingen aandragen, maar dat vraagt wel om nauwe samenwerking met de overheid en de netbeheerders. Als brancheorganisatie willen we graag op nieuwe manieren met deze partijen samenwerken om oplossingen en doorbraken te creëren.

Een traditionele manier van denken over infrastructuur zorgt ervoor dat we vastlopen. Ruimtelijke, economische, en energieplanning zijn nog teveel losse silo’s die geïntegreerd moeten worden. Dan kunnen we meer in dwarsverbanden denken en een enorme hoeveelheid capaciteit op het netwerk vrijspelen met slimme oplossingen. Wanneer de bouw van een datacenter wordt gepland, moet deze bijvoorbeeld op een logische plek in het energienetwerk worden geplaatst. Datacenters zijn stabiele energiegebruikers die weinig extreme pieken vertonen en kunnen heel goed dicht bij elkaar staan, vlak bij een energiebron, of in de buurt van partijen die de restwarmte goed kunnen gebruiken. Zo besparen we op energieverbruik en CO2-uitstoot.

Een bewezen effectieve oplossing is bijvoorbeeld om datacenters niet achter twee transformatoren op het netwerk plaatsen, maar achter één. Omdat een datacenter voorzien is van noodstroom, is eventuele uitval een acceptabel risico. Met zo’n aanpak kunnen we al gauw honderden megawatts in één keer vrijspelen. Door het samenbrengen en centraliseren van Data Center-functionaliteiten kunnen energieverbruik en koeling ook efficiënter geregeld worden. Deze oplossingen vragen echter om een aangepaste energie-infrastructuur en een nieuwe ‘mindset’ van de stakeholders. Het belangrijk dat alle betrokkenen heel goed hun energieverbruik en -behoeften in kaart hebben. Zo kunnen ze optimalisatieslagen maken, en door ze deze data ook met elkaar te delen, al dan niet geanonimiseerd, kunnen ze samen het verbruik slimmer inrichten.

Flexibiliteit is een vereiste

Stroomdistributie is in Nederland heel streng gereguleerd, met het doel om onder alle omstandigheden levering te kunnen garanderen. Het is door die regelgeving echter moeilijk om veranderingen in energieverbruik en ontwikkelingen in de digitale economie bij te benen. Distributienetwerken moeten bijvoorbeeld  sneller extra capaciteit in hun kabels en onderstations kunnen aanleggen.

Netbeheerders roepen inmiddels dat we er vanuit moeten gaan dat stroom niet altijd vanzelfsprekend is. Maar wat heb je nou aan strenge regulering als je niet altijd stroom krijgt? Noord Holland kan de komende jaren geen aansluitingen krijgen. Dat soort ontwikkelingen zijn schadelijk voor de Europese economie – we moeten vooral zorgen dat we niet een soort openluchtmuseum worden. 90% van datacenters aangesloten bij de DDA gebruikt duurzame energie, maar er is onvoldoende opwek en distributie in Nederland. Hernieuwbare energiebronnen moeten veel sneller geïntegreerd worden. Het kabinet blijft hameren op innovatie en dat gaat voorlopig niet veranderen. Maar dan dient er wel aan een aantal voorwaarden te worden voldaan.

De datacentersector is koploper op het gebied van innovatie – zowel in energie efficiëntie binnen de datacenters als het gebruik van duurzame elektriciteit. We zitten momenteel in een zeer uitdagende periode, waarin veel verandert, en dat is ook heel leuk. Maar dat betekent ook dat we echt op nieuwe manieren moeten nadenken, samenwerken, en acteren. Het netcongestie convenant tussen waterschappen en netbeheerders, waarin afspraken staan die beide partijen in staat stellen hun werkzaamheden uit te voeren ondanks de groeiende elektriciteitsvraag, is een stap in de juiste richting.

“Ik heb zelf jarenlang in de IT en de datacenter-sector gewerkt. Op een gegeven moment vond ik het vreemd dat een sector die zó groot, belangrijk en kapitaalintensief was geen goede professionele vertegenwoordiging had. Om die reden heb ik in 2015 de Dutch Data Center Association opgericht. In 2025 vieren we ons 10-jarig bestaan. Inmiddels werken hier tien mensen. Als directeur vertegenwoordig ik met groot plezier de Nederlandse datacentersector. Daarnaast stimuleren we buitenlandse partijen – van startups tot multinationals – om zich in Nederland te vestigen en gebruik te maken van ons unieke digitale netwerk.”

Scroll naar boven