Doekle Terpstra, voorzitter Techniek Nederland, de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en technische detailhandel (voorheen UNETO-VNI).
Sinds 2017 ben ik met ongelooflijk veel plezier voorzitter van Techniek Nederland. Ik zeg vaak: het is een feestje om in deze periode voorzitter te zijn, omdat de technieksector zich in het centrum bevindt van alle grote maatschappelijke transities. Het is fantastisch om daarbij betrokken te zijn en een sterke politieke lobby te voeren. Als één van de meest zichtbare brancheorganisaties van Nederland werken we aan essentiële thema’s met een inhoudelijke agenda. Dat doen we met de voortvarendheid en het enthousiasme dat onze branche verdient.
De energietransitie is de meest in het oog springende maatschappelijke opgave, maar het is niet de enige. Denk aan de renovatie van de infrastructuur, circulariteit, innovaties in de zorg en langer zelfstandig thuis wonen. Onze branche is essentieel voor de realisatie van deze enorme opgaven. Als je de komende jaren verzekerd wilt zijn van werk, dan zit je dus goed in de techniek. Toch hebben we in Nederland tekort aan zo’n 30.000 technische vakmensen. Omdat de vraag blijft toenemen en de vergrijzing versnelt, zal dat tekort blijven bestaan.
Terugdringen van het tekort
Gelukkig wordt er nu positiever naar de technieksector gekeken dan enkele jaren geleden. Mede dankzij de inzet van Techniek Nederland is het imago van de branche sterk verbeterd. In de politiek wordt inmiddels ook positiever naar beroepsonderwijs en vakmanschap gekeken. In Nederland is in recente decennia altijd beweerd dat het algemeen vormend onderwijs dé weg was naar succes was. We zouden een diensteneconomie worden, en daar werden alle pijlen op gericht. Dat ging echter ten koste van het beroepsonderwijs en daar betalen we nu een hoge prijs voor. Interesse voor het vakgebied, begint bij de ouders, die nu toch wat vaker tegen hun kinderen zeggen: er is naast algemene vorming ook nog zoiets als beroepsonderwijs.
Aanvalsplan Techniek
We hebben met diverse partijen het ‘Aanvalsplan Techniek’ ontwikkeld. Dit initiatief richt zich op het aanpakken van het groeiende tekort aan technisch personeel. In samenwerking met de overheid, andere technische branches, het onderwijs, de vakbonden en kennisinstellingen willen we de instroom in technische opleidingen vergroten, de opleiding van werknemers in de techniek verbeteren en méér zij-instromers interesseren. We moeten als branches samenwerken om dit thema nog explicieter op de agenda krijgen. We zien dat ook de Rijksoverheid steeds meer open staat voor de samenwerking op het gebied van onderwijs en instroom. Zo kunnen we vakmanschap voor een langere termijn borgen. Binnen de elektrotechniek gaan de technische ontwikkelingen zo snel dat je je niet kunt permitteren om stil te blijven staan. In het verleden kon je je hele leven lang volstaan met één diploma, inmiddels is dat slechts de eerste stap in je ontwikkeling. Een leven lang ontwikkelen wordt de norm.
Zij-instromers
Het aantal zij-instromers is significant toegenomen: een positieve ontwikkeling. We hebben behoefte aan ongeveer 20.000 nieuwe mensen per jaar, en inmiddels komt 70 procent daarvan uit de zij-instroom – een fors percentage. Het is fantastisch om te zien dat onze sector zo aantrekkelijk is geworden dat mensen vanuit andere sectoren over willen stappen. Als je ze vraagt naar hun beweegredenen, vertelt het merendeel dat ze de een bijdrage willen leveren aan het verduurzamen van Nederland. Een betere motivatie kun je je nauwelijks wensen. Mensen zijn dus niet alleen maar op zoek naar goede arbeidsvoorwaarden – die ze overigens ook krijgen. Er wordt heel goed betaald voor vakmensen. Kortom: we staan er een stuk beter voor dan een paar jaar geleden, maar we moeten onze inspanningen blijven intensiveren.
Arbeidsmigratie
Met alleen instroom uit het onderwijs en zij-instromers gaan we het niet redden. Om de energietransitie te realiseren en de klimaatdoelen te behalen hebben we echt mensen uit het buitenland nodig. We pleiten voor apart beleid voor vitale sectoren, zoals de techniek, met een groot tekort aan vakkrachten. Daarbij gaat het om een Vakkrachtenregeling zoals die In Duitsland al bestaat. Zo’n regeling maakt het eenvoudiger om technische vakmensen op tijdelijke basis van buiten de Europese Unie aan te trekken. We hebben behalve technische vakmensen ook hoogopgeleide kennismigranten nodig. Het is belangrijk dat de kennismigrantenregeling intact blijft. Gebeurt dat niet, dan gaan we daarvoor economisch een hoge prijs betalen. Een aantal grote industrieën in Nederland heeft in de komende vijf jaar tienduizenden hoogopgeleide mensen nodig. Die gaan ze niet in Nederland vinden. Om een heldere visie op migratie te ontwikkelen dienen we ook een bredere toekomstvisie voor ons land te ontwikkelen. Wat voor economie willen we ontwikkelen? Wat voor land willen we eigenlijk zijn, met welke waarden?
Productiviteit moet omhoog
Als we kijken naar de huidige productiviteitsontwikkeling in Nederland, dan moeten we echt een tandje bijzetten om onze doelen te behalen en andere landen bij te benen. Digitalisering zal daar een belangrijke rol in spelen. Om digitalisering te versnellen heeft de ontwerp-, bouw- en technieksector samen met de overheid onlangs het Bestuursakkoord Digitalisering Gebouwde Omgeving gesloten. Hiermee committeren alle partijen zich om in actie te konen en te rapporteren over de voortgang. Dankzij versnelde digitalisering kunnen we in onze branche een grote productiviteitssprong maken.
Chefsache
Elektrotechnische kwesties en aanverwante onderwerpen zoals verduurzaming en de energietransitie kwamen tot voor kort altijd op het bordje van een installatieverantwoordelijke of elektrotechnicus binnen een bedrijf. Tegenwoordig zien we dat de CEO, CFO, CIO of CTO daar vaker bij betrokken zijn. Het is nu meer chefsache geworden. Als ik kijk naar de ontwikkeling die wij als branche in de afgelopen jaren hebben gemaakt, dan zie je dat technische bedrijven een enorme sprong in de keten hebben gemaakt. We zijn op meer niveaus zichtbaar als relevante actoren in het spel. We zijn als integraal deel van de keten zichtbaar voor bijvoorbeeld politici, grote bedrijven, de bouwsector, civiele techniek en infrastructuur. Tien jaar geleden moesten we vechten om een plekje aan tafel. Die tijd is voorgoed voorbij. Onze branche heeft zich in de afgelopen jaren op een geweldige manier in alle opzichten ontwikkeld. Toch vind ik dat wij nog steeds te bescheiden zijn. Op zich een mooie eigenschap, maar het feit dat wij op een aantal plekken echt het verschil maken, mag nog meer zichtbaar zijn!