Door samenwerking en kennisdeling de energietransitie mogelijk maken

Joan van Kessel, Algemeen Directeur Van Kessel

Met zo’n 100 medewerkers, 40 tankstations en een wagenpark van 26 tankwagens is Van Kessel een toonaangevende speler in de oliemarkt in Zuid- en West-Nederland. Het bedrijf levert duurzame brandstoffen en kennis aan bedrijven die hun wagen- of machinepark willen verduurzamen, en is één van de leden van Energiecoöperatie Zeus U.A. Dit samenwerkingsverband wil de energietransitie mede vormgeven en fungeren als platform voor kennisdeling en advies. 

“Uiteindelijk moeten we allemaal vergroenen, omdat we niet op de huidige manier kunnen doorgaan. Dat zijn we aan onze kinderen, kleinkinderen en volgende generaties verplicht. De huidige transitie van het gebruik van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare bronnen kost echter veel tijd, moeite en geld, en daarom wordt er te veel vooruitgeschoven. Alles dat gezamenlijk kan worden opgepakt is meegenomen en levert voor alle betrokkenen voordeel op. Daarom werkt Van Kessel graag mee aan uiteenlopende programma’s voor het uitwisselen van kennis. Zoals het ‘Green Transport Delta’ innovatieprogramma voor de automotive, maritieme én luchtvaartsector. In een project met VNO-NCW hebben we in Deurne gekeken naar het combineren van energiedragers, zodat je kunt bepalen welke op een bepaald moment het voordeligst inzetbaar is. Energiecoöperatie Zeus kan met gebundelde kennis en ervaring helpen om de energietransitie sneller te realiseren. Oplossingen die we voor een bepaalde uitdaging bedenken, kunnen op andere plekken ook weer worden ingezet.”

De energietransitie mogelijk maken

“We moeten ons bij de energietransitie ook realiseren dat bepaalde zaken gewoon niet mogelijk zijn. We moeten om leren gaan met het feit dat de opbrengst van hernieuwbare bronnen enorm fluctueert, van dag tot dag, en tussen seizoenen. Daarom kunnen we bijvoorbeeld nog niet van het gas af, en zullen we voorlopig ook bronnen als kernenergie strategisch moeten inzetten om de energietransitie mogelijk te maken.”

“Wij denken heel graag mee aan oplossingen voor dergelijke vraagstukken In Milheeze hebben we bijvoorbeeld aan particulieren en bedrijven met een kleinverbruik-aansluiting ruimte voor zonnepanelen ter beschikking gesteld. We onderzoeken ook mogelijkheden om bedrijven in Milheeze energie en warmte uit te laten wisselen. Momenteel denken we ook mee over de plaatsing van zonnepanelen langs A73 en op een gedeelte van het vierhonderd hectare grote vliegveld de Peel. Het is essentieel dat militaire faciliteiten volledig zelfvoorzienend kunnen zijn in een crisissituatie, maar in vredestijd kunnen ze natuurlijk hun installatie ontsluiten voor civiel gebruik. In het geval van vliegbasis De Peel moet er nog wel duidelijkheid komen over de grond: heeft dat een bepaalde landschapswaarde, is het juist bestemd voor landbouw, of kunnen we daar inderdaad een zonnepark neerzetten?”

Bewust van de schaarste

“Opslag wordt steeds belangrijker, alsook het importeren van energie uit het buitenland. Wat is de meest efficiënte manier om dat te doen? Op welke plekken in de keten kun je energie het beste omzetten naar een andere vorm? Elke transitie tussen energiedragers en elk transport kost geld. Het is dan ook belangrijk dat energie die lokaal wordt opgewekt zoveel mogelijk ook lokaal wordt gebruikt. Maar niet elke vorm van energie kan in elke regio optimal worden opgewekt of opgeslagen. In Drenthe kun je bijvoorbeeld goed waterstof opslaan, maar in Brabant weer niet. Daar kun je bijvoorbeeld weer kijken naar mogelijkheden voor thermische energie. Als de netcongestie voortduurt, energie duurder wordt, en regelgeving rond uitstoot strenger, gaan partijen vanzelf op zoek naar manieren om meer rendement uit hun bestaande installaties te halen en slimmer met stroom om te gaan. Dan worden mensen zich meer bewust van de schaarste.”

Samenwerken met de overheid

“Nauwe samenwerking met de overheid is essentieel. De benodigde infrastructuur is namelijk nog lang niet op orde. We ondersteunen de gemeente heel graag bij projecten, maar ik denk persoonlijk dat we pas écht tot resultaten komen wanneer er op landelijk niveau wordt gewerkt. Met name waar het gaat om complexe zaken als netcongestie, waar we de komende twintig jaar mee te maken blijven hebben. Samenwerking op Europees en internationaal niveau wordt ook steeds belangrijker. Als we bijvoorbeeld alle transport over de weg gaan elektrificeren dan hebben we drie keer zoveel elektriciteit nodig als we nu gebruiken. Dan moeten we de Noordzee met windmolens volzetten om Nederland van energie te voorzien. Zo’n uitdaging kunnen we dus beter in groter verband aanpakken.”

“De elektrische sector wordt alsmaar complexer. Je kunt niet meer van een overheid verwachten dat ze alle benodigde kennis zelf in huis hebben. Het is vooral belangrijk dat de overheid op een heel ruimdenkende manier externe partijen om advies vraagt – en vervolgens ook echt iets doet met die adviezen. Wij kunnen bijvoorbeeld prima uitleggen hoe je het beste wisselspanning en gelijkspanning kunt inzetten en daartussen converteren met minimale verliezen. Maar dan moet er wel iemand bij de gemeente klaar staan om in actie te komen. Bij voorkeur iemand die de materie goed begrijpt en het belang ervan inziet. Die persoon moet ook een mandaat krijgen, of op z’n minst een ruime mate van autonomie. Er moet een bepaald vertrouwen zijn. Als een goed onderbouwd plan wordt ingediend, dan moet dat snel worden opgepakt. Als bedrijven of particulieren met initiatieven komen moet de lokale of landelijk overheid deze vooral niet liggen, of een lang en ingewikkeld ambtelijk traject opstarten. Want dan verliezen ze heel veel draagvlak, dat maar heel moeilijk wordt teruggewonnen. Ik ben bang dat de urgentie soms toch wel ontbreekt – terwijl we juist samen de problemen moeten oplossen.”

Scroll naar boven