Daphne van Staveren, Installatieverantwoordelijke, Heijmans Utiliteit
De elektrotechnische installatie van Schiphol is qua grootte en complexiteit te vergelijken met die van een kleine stad. Dag en nacht wordt er gewerkt aan elektrotechnische installaties van landingsbanen, hangars, terminals en veel meer. De veiligheid van medewerkers en passagiers staat voorop en is er geen ruimte voor uitval… Een mooie uitdaging voor de installatieverantwoordelijke!
Vanuit Heijmans Infra begon ik zo’n 25 jaar geleden te werken aan hoogspanningsinstallaties in de Botlek en daarna op Schiphol. Inmiddels ben ik installatieverantwoordelijke voor ongeveer de helft van de Terminal gerelateerde laagspanningsinstallaties (BAM heeft de andere helft onder haar hoede), en de pieren Bravo, Charlie en Delta. Er wordt flink bijgebouwd, dus daar zullen meer installaties bijkomen…
Ingewikkeldere installaties
Toen ik begon waren elektrotechnische installaties eenvoudiger. We hadden wel eens te maken met een overbelaste trafo of kapotte schakelaar, of er werd een kabel beschadigd omdat er op de verkeerde plek werd gegraven. Allemaal makkelijk oplosbare problemen die niet noodzakelijk vanuit het elektriciteitsnet kwamen.
In de afgelopen vijftien jaar is alles ingewikkelder geworden. Dat zien we het duidelijkst aan het laagspanningsnet. Hoogspanning is niet ongevoelig voor storingen, maar problemen moeten veel extremer zijn voordat er situaties ontstaan die we in laagspanning veel eerder tegengekomen. Wat we zoal meemaken? Onverklaarbare stromen over de nul, bijvoorbeeld, waardoor beveiligingen worden aangesproken. Dan weet je hoeveel stroom er wordt gevraagd en zou er geen sprake moeten zijn van overbelasting, en toch gaat de beveiliging in werking.
Door metingen komen ook grote blindvermogens aan het licht. Die kunnen flink oplopen. Blindvermogen heeft natuurlijk altijd bestaan, maar door electrificering wordt dat versterkt. Er zit steeds meer elektronica in alle componenten en daardoor krijg je bijvoorbeeld te maken met harmonischen die onder andere blindvermogen veroorzaken. Dan lijken installaties aan hun maximale vermogen te zitten, terwijl dat helemaal niet zou moeten kunnen, als je kijkt naar wat er allemaal aangesloten is.
De elektrificatie gaat veel harder dan het net bij kan benen. Uiteindelijk is verzwaring van het net nodig, maar de ruimte die er wél is kunnen we beter benutten. Het net zit niet overal vol met werkelijk gebruikte energie, maar ook veel blindvermogen, vaak veroorzaakt door vermogenselektronica. Heijmans verricht ook metingen op andere locaties en we zien soms blindvermogen van tien, vijftien, zelfs twintig procent. Bedrijven betalen ervoor, omdat er vaak niet wordt gemeten en er weinig inzicht is. Maar het is eigenlijk net zoiets als 20% van je salaris inleveren zonder er iets voor terug te krijgen! Hier zou meer aandacht aan besteed mogen worden.
Miljoenen potentiële verstoorders
We willen op Schiphol in het kader van de energietransitie graag meer warmtepompen inzetten. Die vragen behoorlijk wat energie en bevatten de nodige vermogenselectronica. Wanneer een mechanisch apparaat door een elektrisch apparaat wordt vervangen, is niet alleen maar stroom nodig voor het elektrisch deel dat daadwerkelijk een fysieke functie heeft. Dat leidt tot exponentiële groei aan stroombehoefte op netten die toch al niet ruim bemeten zijn. Als er ineens een of meer apparaten staan die fors meer stroom verbruiken, heeft dat gevolgen voor zowel het hoogspanningsnet als het laagspanningsnet, van bekabeling tot verdelers en schakelaars. Daar moet je slim mee om gaan.
We hebben miljoenen TL-lampen te vervangen door miljoenen LED-armaturen. Die werken allemaal op gelijkspanning en bevatten drivers die van wisselspanning gelijkspanning maken. Elk printplaatje kan een verstoring op je net opleveren, dus zo krijg je er ook miljoenen potentiële verstoorders bij!
We hebben veel backup-installaties, die dips in het net opvangen zodat alles altijd ongehinderd blijft draaien. Er zijn separate systemen, bijvoorbeeld voor bagage, maar ook voor vliegtuig-geleiding. Die worden allemaal apart bemeten. Zo kunnen we vaststellen wat elk systeem doet en welk belastingspatroon daarbij hoort.
We kijken momenteel met leveranciers en partners kritisch naar alle installaties. Wat doen apparaten nou precies? Waar kunnen we elektrische winst behalen? Hoe gebruiken we teruggewonnen energie op andere plekken? Dat vraagt om wekenlange metingen. Op basis van die informatie kunnen we aanvullend onderzoek doen en maatregelen nemen. Je moet je installatie heel erg goed in kaart brengen en je hebt ook veel datapunten nodig om te begrijpen waar het efficiënter kan. Dat vraagt om metingen over langere periodes. Het stroomverbruik op Schiphol tijdens weekends in de zomervakantie is namelijk compleet anders dan op doordeweekse dagen buiten de vakantieperiodes. Daarbij gaat het niet alleen om het totale verbruik, maar ook waar er meer of minder wordt verbruikt. Zo vind je pijnpunten en verbetermogelijkheden.
Echter: als bijvoorbeeld het bagagesysteem wordt aangepast, kan de situatie ineens heel anders zijn! Daarom is het belangrijk dat installatieverantwoordelijken en afdelingen met elkaar communiceren en meetresultaten vergelijken. Alle installaties beïnvloeden elkaar, dus is het belangrijk dat we van elkaar weten wat er gepland staat op de korte en lange termijn. Het kan zijn dat ik aan de voedende kant informatie heb, en iemand anders aan de gebruikskant: dan kunnen we samen een verbetertraject opzetten. We weten precies waar de pijnpunten zijn, waar er discrepanties zitten in meetresultaten, en waar we ‘quick wins’ kunnen realiseren. Zo proberen we ervoor te zorgen dat er zo min mogelijk energie verloren gaat.
HyTEPS helpt me al 15 jaar om problemen helder te krijgen en op te lossen door metingen en analyses. Een complex netwerk, zoals dat van Schiphol, kun je niet met een paar metingen in kaart brengen. Andere installatieverantwoordelijken vertellen me wel eens dat ze 50 laagspanningsverdelers in beheer hebben. Bij mij zijn het er 3200- die ik graag allemaal afzonderlijk zou meten…
Goed met cijfers
We hebben in Nederland en ver daarbuiten te kampen met een enorm tekort aan elektrotechnici. Maar we laten heel veel potentieel liggen omdat er te weinig vrouwen in de elektrotechniek werken! Ik was zelf altijd goed met cijfers, en deed op de middelbare school wiskunde, natuurkunde, en economie. Daarna ben ik elektrotechniek gaan studeren op de MTS. Vanuit school heb ik een stage gedaan bij een energiebedrijf. Daar heb ik ook installatiewerk gedaan: kabels trekken en aansluiten, hartstikke leuk. Op een gegeven moment groeide dat door naar inbedrijfstellen van installaties en storingen zoeken en oplossen. Dan helpt het als je wat praktijkervaring hebt. Het vak is ondertussen erg veranderd, er komt nu bijvoorbeeld veel meer werken met elektronica en computers bij kijken. Het beeld wat veel mensen hebben van elektrotechniek is ook allang achterhaald. Ik zou vrouwen absoluut aansporen om te kijken wat de sector te bieden heeft.