Samenwerken: sleutel tot succes energietransitie

In 2050 wil Nederland 95% minder CO2 uitstoten dan in 1990 en in 2030 moet dat al 49% minder zijn. De technische installatiebranche is onmisbaar bij het realiseren van deze ambities, volgens Techniek Nederland, de ondernemersvereniging van technische dienstverleners, installatiebedrijven en de technische detailhandel. Samenwerking is van het allergrootste belang bij het waarmaken van elektrificatie en de klimaatdoelstellingen.
Onno van de Ven, Techniek Nederland

Iedereen die met elektriciteit werkt zal de handen ineen moeten slaan. Sterker nog: als je niet wil samenwerken, dan kun je net zo goed stoppen. De energietransitie kan alléén succesvol verlopen als installateurs, bouwbedrijven, adviseurs en architecten elkaar ondersteunen. Van installateurs en installatieverantwoordelijken wordt steeds vaker verwacht dat ze kunnen signaleren en adviseren. Daarvoor zullen ze nauwer moeten samenwerken met kennispartners. De data die vanuit installaties komt, is goud waard, maar dan moet je wel weten hoe je het moet interpreteren. Er worden steeds meer sensoren in elektrische netwerken ingebouwd, maar welke informatie van die sensoren is nou relevant? Waar moet je naar zoeken? Welke acties moet je op basis van analyses ondernemen?

Stroomversnelling

Als je de juiste partners kunt vinden op het gebied van digitalisering en automatisering, dan kun je je blijven richten op de activiteiten waar je het beste in bent. Door samenwerking pluk je de vruchten van nieuwe technologische mogelijkheden, en kun je bijvoorbeeld veel sneller storingen opsporen. Dat vraagt wel om een nieuwe, meer open manier van werken. Idealiter zou iedereen die aan een elektrische installatie of netwerk werkt toegang moeten hebben tot alle relevante informatie, op één centrale plek. In de bouw wordt het BIM-systeem veel gebruikt: een mooi voorbeeld van hoe diverse partijen kunnen samenwerken door gebruik te maken van een digitaal model, opgebouwd uit objecten waaraan informatie is gekoppeld.

We weten natuurlijk al langer alles dat alles dat met elektriciteit en duurzaamheid te maken heeft steeds meer in een stroomversnelling komt. Dat betekent dat de besluitvorming in dat tempo mee moet gaan. Maatschappelijke en technologische ontwikkelingen hangen ook veel meer met elkaar samen. Je kunt dus een beleid uitstippelen op energietransitie gebied, maar omdat er zoveel verandert in hoog tempo is dat over een paar jaar misschien helemaal niet meer werkbaar of actueel. Om dat goed te doen heb je een langetermijnvisie nodig, en inzicht in actuele en toekomstige ontwikkelingen. Als brancheorganisatie hebben we een belangrijke adviserende rol. Zo heeft Techniek Nederland ook met concrete voorstellen bijgedragen aan het Klimaatakkoord.

Energietransitie gaat te traag

De plannen vanuit de politiek zijn heel ambitieus, maar de energietransitie gaat te traag. De uitvoering verloopt moeizaam en dat heeft met name te maken met kennis. Niet alleen in de politiek maar ook binnen de elektrotechnische sector. Je kunt dat de sector echter niet aanrekenen, vind ik – niemand heeft op dit moment voldoende tijd om kennis op te bouwen. Men heeft het veel te druk, en er is veel te weinig tijd voor bij- of omscholing. Dat komt weer doordat er te weinig mensen een elektrotechnische opleiding volgen, op alle niveaus. De overheid zou eigenlijk ook middelen beschikbaar moeten stellen om de hele sector bij te spijkeren. Dat vraagt om een forse investering. De innovaties gaan supersnel en je ontkomt er niet aan om je je hele leven lang te blijven ontwikkelen. Of je nu zonnepanelen installeert of energiecentrales ontwerpt.

Ik denk dat het huidige tekort aan arbeidskrachten ook wordt veroorzaakt door het imagoprobleem van de sector. Mensen hebben vooroordelen, terwijl werken in de elektrotechniek juist nu interessanter is dan ooit en uitzicht biedt op een stabiele carrière. De installatiebranche biedt de komende jaren werkgelegenheid voor tienduizenden technici met kennis van duurzame technieken. Bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat de groeiende hoeveelheid duurzaam opgewekte energie niet langer leidt tot problemen met de infrastructuur. Op de basisschool en de middelbare school zouden we het belang van elektrotechniek en de mogelijkheden die het biedt moeten bespreken. Als je daar vroeg mee begint werpt dat absoluut vruchten af op de langere termijn. Zo heeft een eerdere campagne, waarvoor een laagdrempelige toolbox voor leraren werd ontwikkeld, geleid tot 10 – 15 % meer aanmelding voor het mbo-installatietechniek.

Onno van de Ven werkt zeven jaar bij Techniek Nederland en is sinds vier jaar regiomanager Zuidoost, en verantwoordelijk voor de samenwerking met bedrijven, instanties, en politiek in Limburg en Brabant. Daarnaast is hij secretaris van Jong Techniek Nederland, dat zich richt op de toekomstige installateur, die steeds meer de rol van energie-adviseur zal vervullen. Jong Techniek Nederland snijdt thema’s aan die jongeren aanspreken, waaronder de energietransitie. 

Neem contact met ons op

Benieuwd naar de mogelijkheden voor uw organisatie? HyTEPS helpt u graag verder! Vul het formulier in en we zullen zo snel mogelijk contact met u opnemen.  

HyTEPS Engineer

    Scroll naar boven